Intel® PRO-netwerkadapters installeren

Revisie 10/2002


De Intel-adapter installeren

  1. Schakel de computer uit en verwijder de stroomkabel.

  2. Verwijder de computerkap en verwijder het beschermplaatje van een van de PCI-sleuven in het computerframe.

  3. Plaats de Intel-adapter in de PCI-sleuf, zodat deze stevig vast zit en zet de montagebeugel vast.

  4. Breng de computerkap weer op zijn plaats aan. Sluit de stroomkabel aan.

De netwerkkabel bevestigen

Intel® PRO/100-adapters en PRO/1000 T/XT/MT-adapters: Sluit de kabel op de adapter aan met behulp van TPE-netwerkkabels (Twisted Pair Ethernet) van categorie 3, 4 of 5 voor 10 Mbps-netwerken. Gebruik categorie 5-kabels (vierparig) voor 100 of 1000 Mbps-netwerken en voor thuisnetwerken.

Alleen Intel® PRO/1000 F/XF-adapters: Verwijder het beschermkapje van de connector voor de glasvezelkabel en bewaar dit. Verbind een 1000Base-SX SC-glasvezelconnector van het duplex-type met de TX/RX-poorten van de PRO/1000 F/XF-adaptermodule.

Alleen Intel® PRO/1000 MF-adapters: Verwijder het beschermkapje van de connector voor de glasvezelkabel en bewaar dit. Verbind een LC-connector met de adapter, waarbij de kabels correct moeten worden aangesloten voor het type adapter (1000BASE-SX of 1000BASE-LX). U kunt conversiekabels voor andere typen connectoren (zoals SC) gebruiken als deze geschikt zijn voor de specificaties van de adapter, waarbij bijvoorbeeld lengtebeperkingen een rol kunnen spelen.

Start de computer en volg de onderstaande instructies voor het installeren van de stuurprogramma's.

De stuurprogramma's en de Intel® PROSet-software installeren

Opmerking: de server-adapters van de Intel® PRO/1000-familie kunnen niet gebruikt worden in combinatie met de besturingssystemen Windows 95/98/ME.

Windows* 98, 98 SE, en 2000

Intel-adapters worden bij het opstarten automatisch gedetecteerd door Plug en Play-computers. Met PROSet kunt u de Intel-adapter configureren en testen. Tevens worden de computerbronnen weergegeven die toegewezen zijn aan elke geïnstalleerde adapter. Voer deze stappen uit als u het basisstuurprogramma van Intel voor Windows 98, 98 SE, of 2000 wilt installeren:

  1. Windows voert automatisch de wizard Nieuwe hardware gevonden uit.

  2. Plaats de cd-rom die bij de adapter geleverd is in het cd-rom-station. Als het Autorun-programma wordt gestart, sluit u dat venster.

  3. Klik op Volgende in het welkomstscherm van de wizard om deze te starten.

  4. Selecteer de optie Zoeken in het volgende scherm en klik op Volgende.

  5. Schakel in het venster Stuurprogrammabestanden zoeken alleen het selectievakje Cd-rom in. 
    Na enige tijd wordt in de zoekresultaten aangegeven dat er een stuurprogramma is gevonden op de locatie. Klik op Volgende om door te gaan.

  6. De vereiste bestanden worden naar de computer gekopieerd. In de wizard ziet u het bericht Voltooid. Klik op Voltooien.

  7. Alleen voor Windows 98 en 98 SE: de computer opnieuw opstarten.

  8. Verwijder de cd-rom die bij de adapter is geleverd en plaats deze opnieuw als u PROSet wilt toevoegen. Of klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de cd-rom en kies Autorun.

  9. Kies "Software installeren" in het Autorun-venster. Volg de instructies op het scherm om de gewenste functies te installeren.

Windows* ME, XP, en Server 2003

De wizard Nieuwe hardware gevonden wordt automatisch uitgevoerd door Windows Server 2003, XP, en ME, waarna de stuurprogramma's van het besturingssysteem voor de adapter worden geïnstalleerd. Het is aan te raden om een upgrade uit te voeren naar het Intel-stuurprogramma op de cd-rom. Doe het volgende om een upgrade van het stuurprogramma uit te voeren:

  1. Apparaatbeheer openen. Klik met de rechtermuisknop op Deze computer vanaf het bureaublad of vanuit het menu Start, klik op Beheren en klik vervolgens op Apparaatbeheer in het linkerdeelvenster.

  2. Klik op het plusteken naast Netwerkadapters in het rechterdeelvenster. De geïnstalleerde adapters worden weergegeven.

  3. Dubbelklik op de Intel-adapter.

  4. Klik op het tabblad Stuurprogramma.

  5. Klik op de knop Stuurprogramma bijwerken. De wizard Updates voor hardware wordt geopend.

  6. Plaats de cd-rom van Intel of geef een ander medium aan. Sluit het Autorun-venster als dit wordt geopend. Controleer tijdens het proces of de wizard op de aangegeven locatie zoekt.

  7. Klik op het keuzerondje "De software automatisch installeren (aanbevolen)" en klik op de knop Volgende.

  8. Volg eventuele aanwijzingen op het scherm.

  9. Verwijder de cd-rom van Intel en plaats deze opnieuw als u PROSet wilt toevoegen. Of klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de cd-rom en kies Autorun.

  10. Kies "Software installeren" in het Autorun-venster. Volg de instructies op het scherm om de gewenste functies te installeren.

Windows NT* 4.0

Opmerking: de Intel PROSet-software wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de installatie van het stuurprogramma van de adapter.

  1. Windows NT* 4.0 opstarten, dubbelklik op het pictogram Netwerk in het Configuratiescherm, klik op het tabblad Adapters en klik vervolgens op Toevoegen.

  2. Als er een lijst met adapters wordt weergegeven, kiest u geen adapter uit de lijst, maar plaatst u de cd-rom van de Intel-adapter en klikt u op Diskette.

  3. Als het Autorun-venster wordt geopend, sluit u dit en gaat u verder.

  4. Geef het pad op, klik op OK en ga door met de installatie. Na voltooiing van de installatie wordt de Intel-adapter weergegeven in de lijst met netwerkadapters.

  5. Klik op Sluiten om de installatie te voltooien.

  6. De computer opnieuw opstarten.

Linux

Ontwerp en installatie van e1000.o- en e100.o-stuurprogramma's voor 2.2.x- en 2.4.x-kernels

De stuurprogramma-versie werkt alleen als de momenteel gebruikte kernel overeenkomt met de versie en de configuratie van de geïnstalleerde kernelbronnen (en de header-bestanden in /usr/include/linux). 
  1. Verplaats de basisstuurprogramma tar bestand naar de directory die u gebruikt. Bijvoorbeeld, gebruik /home/username/<driver> of /usr/local/src/<driver>, waar <driver> is of e100 of e1000.

  2. Voer de src-directory van het stuurprogramma in ('cd e100-x.x.x/src'). Voer de rest van het ontwerpproces vanaf dit punt uit.

  3. Voer 'make install' uit om de e1000.o/e100.o-binary te installeren. Het gecompileerde programma wordt geïnstalleerd als:   
     /lib/modules/[KERNEL_VERSION]/net/e1000.o of /lib/modules/[KERNEL_VERSION[/kernel/drivers/net/e1000.o (of  /e100.o).

  4. Laad het stuurprogramma door 'modprobe e1000' of 'modprobe e100' uit te voeren.

  5. Hierdoor wordt een nieuwe Ethernet-interface gemaakt. Als er geen andere Ethernet-stuurprogramma's geladen zijn, krijgt de PRO/100/1000 de naam eth0. U kunt de interface activeren en hieraan een IP-adres toewijzen als u `ifconfig ethX yyy.yyy.yyy.yyy' uitvoert, waarbij ethX staat voor het Ethernet-apparaat en yyy.yyy.yyy.yyy het IP-adres is.

Andere besturingssystemen

Raadpleeg de gebruikershandleiding op de cd-rom van Intel of zie de website voor ondersteuning van Intel: http://www.intel.com/english/intel/nav/support.htm.


Juridische informatie